Door Nico Blok

Deze maand is er een Kamerbrief over de resultaten van de Banenafspraak over 2024 gepubliceerd. Naast het goede nieuws dat er in dat jaar bijna 4.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking bijgekomen zijn bij reguliere werkgevers, is er ook slecht nieuws: de sector overheid en de sector markt hebben hun doelstelling opnieuw niet gehaald. Voor de markt is dat pas het tweede jaar. Voor de overheid is dat, zoals in een andere Kamerbrief genoemd, “vanaf het begin van de banenafspraak”, ofwel vanaf 2015. Daarom geldt voor de overheid sinds 2018 al de quotumregeling (ook al is de heffing – boete – niet geactiveerd). 

  

Al eerder tijdens Tweede Kamerbehandelingen en in Kamerbrieven is het onderscheid tussen de markt en de overheid – die elk een eigen afgesproken aantal banen moeten realiseren – aan bod gekomen. Dit zou samenwerking tussen beide sectoren belemmeren, omdat via o.a. SROI-verplichtingen banen gefinancierd worden door de overheid, maar meetellen bij de markt. Dit wordt ook genoemd als een van de redenen waarom het de sector overheid jaar op jaar niet lukt om hun aantal te halen. Om de samenwerking tussen beide sectoren te verbeteren, moet dat onderscheid opgeheven worden. Dat zou gaan gebeuren, zoals eerder aangekondigd door de toenmalig minister van SZW, als de realisaties van de overheid hiertoe aanleiding geven: eerst meer banen bij de overheid voor mensen uit het doelgroepregister. 

In deze recente Kamerbrief schrijft de staatssecretaris dat hij van plan is om toch al op korte termijn dit onderscheid weg te nemen. Omdat nu bij zowel de overheid als de markt stagnatie optreedt. 

  

Enerzijds snap ik deze ‘vlucht naar voren’: het wegnemen van dit onderscheid zal het realiseren van banen makkelijker maken. Anderzijds: de overheid heeft de afspraak, die toenmalig kabinet, de vakbonden en de werkgeversorganisaties zelf gemaakt hebben (zonder de mensen met een arbeidsbeperking zelf trouwens…), al jaren niet gehaald. Het plan om dit onderscheid op te heffen voelt daarom erg dubbel. De goede overheidswerkgevers niet te na gesproken, want er zijn ook echt wel overheidswerkgevers die wél al jaren hun quotum halen. Maar dat zijn er nog te weinig.  

  

Er worden verschillende redenen genoemd in deze Kamerbrief. Maar er zijn belangrijkere obstakels voor een echt inclusieve arbeidsmarkt. Zo leidt werken lang niet altijd tot een hoger totaalinkomen. En de meerderheid van de mensen met een arbeidsbeperking telt niet mee voor de Banenafspraak. Omdat ze niet ‘in het goede hokje zitten’, terwijl ze dezelfde beperking én dezelfde ondersteuningsbehoefte nodig hebben. Om een echt inclusieve arbeidsmarkt te bereiken, moeten deze twee en ook andere obstakels snel weggenomen worden. Hopelijk maakt de politiek ook hier haast mee.