Afgelopen maand organiseerde het ministerie van SZW opnieuw een expertmeeting in het kader van de OCTAS: de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel. Deze commissie heeft op verzoek van het (vorige) kabinet afgelopen jaren onderzoek gedaan naar hoe het stelsel voor arbeidsongeschiktheid verbeterd zou kunnen worden. Daar hebben ze een rapport over geschreven, waar ik in een eerder blog al over schreef. Helaas gaat het bij zowel het rapport als ook het vervolg hierop – waaronder deze expertmeetings – voornamelijk over de WIA (en een heel klein beetje over de Wajong en de Participatiewet) en niet ook over de WAO. Dat heeft te maken met dat het vorige kabinet in hun regeerakkoord had opgeschreven om te onderzoeken hoe “de hardheden uit de WIA” weggenomen kunnen worden. En op die lijn ging en gaat dit proces verder. Ik blijf waar mogelijk ook de WAO onder de aandacht brengen; verder is er helaas geen aandacht voor de WAO vanuit politiek, ministerie, belangenbehartigers, vakbonden, uitvoerders en andere organisaties. Mogelijk omdat het voor de politiek om te weinig mensen gaat: er zijn nu nog ‘slechts’ 150.000 WAO’ers, waarbij dit aantal ook afneemt (nieuwe instroom is al sinds 2006 niet meer mogelijk). Of mogelijk omdat nu alleen de WIA proberen te verbeteren al lastig genoeg is. Ik weet het niet, maar het is een constatering va me.
Waar het dus wel over ging op de expertmeeting was de WIA. Vanuit het ministerie werd er eerst een korte update gegeven naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2025: een update over de begroting van het kabinet, maatregelen waarover tussen de partijen van het kabinet flink onderhandeld is. Voor verbeteringen van de WIA wordt er structureel bijna 200 miljoen euro vrijgemaakt. Aanvullend op deze 200 miljoen heeft het kabinet geld gereserveerd voor de herstelacties om de fouten van UWV bij de WIA-uitkeringen op te lossen: 66 miljoen voor nabetalingen en 53 miljoen voor de uitvoeringskosten. En er is ook geld vrijgemaakt voor een aantal andere (tijdelijke) maatregelen om de WIA eenvoudiger te kunnen uitvoeren. Een en ander hierover moet nog uitgewerkt worden en zal dan vermoedelijk “vóór de zomer” (een rekbaar begrip…) worden gepubliceerd door het kabinet.
Ook presenteerde onderzoeksbureau Populytics de resultaten van een onderzoek dat zij uitgevoerd hebben naar wat de overheid moet doen voor mensen in de WIA. Samengevat vinden de meeste mensen die hebben meegewerkt aan dit onderzoek – zowel mensen in de WIA als mensen die niets met de WIA te maken hebben – twee dingen heel belangrijk:
1. Het is een basisrecht dat je duidelijkheid hebt over je inkomen. Nu hebben mensen in de WIA die gaan werken die duidelijkheid niet. Men vindt dat iedereen het recht heeft om die duidelijkheid wél te hebben.
2. Veel mensen vinden het belangrijk dat mensen in de WIA weer aan het werk komen. Daarom moet het voor werkgevers makkelijker worden om mensen in de WIA aan te nemen.
Deelnemers konden ook aangeven of ze het eens waren met de mogelijke maatregelen die in het onderzoek genoemd werden. Deze maatregelen zijn dus gebaseerd op dat rapport van de OCTAS. Een aantal van deze maatregelen zijn:
- Afschaffen van de IVA en de vervolguitkering in de WGA
- Mensen in de WGA die meer dan 65% van hun oude loon verdienen, verliezen niet na een jaar hun uitkering, maar kunnen deze langere tijd behouden
- Subsidie voor werkgevers om meer hulp te krijgen bij de begeleiding van werknemers met een WIA
- Het verlagen van de grens van arbeidsongeschiktheid om een WIA-uitkering te kunnen krijgen van 35% naar 25%
- Deze en alle andere maatregelen zijn terug te lezen vanaf pagina 48 van het onderzoek.
Een meerderheid van de deelnemers van dit onderzoek is voorstander van al deze maatregelen. De aanbevelingen die Populytics doet, zijn dan ook om door te gaan met de OCTAS-maatregelen. Maar ook om verder te kijken naar andere maatregelen, omdat een significant deel van de deelnemers van mening is dat alleen de OCTAS-maatregelen onvoldoende zijn om de WIA voldoende te verbeteren.
Nadien werd in vier groepen uiteengegaan en werd aan de experts gevraagd wat ze van de belangrijke dingen die uit het onderzoek van Popultics kwamen vonden en wat er volgens hen nodig is om de WIA te verbeteren. Het is lastig om een rode draad te trekken uit de uitkomsten van vier groepen, maar in elk geval werd wel breed gedeeld dat er nog veel gewonnen kan worden in de periode voordat iemand in de WIA komt. Ofwel: preventie. Ook een betere publiek-private samenwerking op gebied van o.a. re-integratie werd breed gedragen. En gelukkig was men het ook eens dat bestaanszekerheid erg belangrijk is, maar…
Wéér werd ‘werken moet lonen’ niet genoemd. Ofwel: als je gaat werken vanuit de WIA (of WAO, of Wajong, of bijstand, et cetera), dan moet dat altijd leiden tot een hoger totaalinkomen. En niet, zoals nu nog regelmatig, tot een lager totaalinkomen. Door verrekeningen met de uitkering, door terug moeten betalen van toeslagen en/of door verhogingen van eigen bijdragen voor WMO en Wlz. Wederom was ik de enige die dit concreet benoemde. In de groep waar ik in zat dus. Het is gelukkig in de inbreng van onze groep naar de rest van de experts terechtgekomen, hoera! Maar wat is dat toch dat dit blijkbaar geen onderwerp is dat leeft bij dit soort bijeenkomsten? Is het een blinde vlek, dat men denkt “maar werken loont toch altijd?” (Nee dus…) Of vindt men het niet belangrijk? Of vindt men zelfs dat werken voor mensen met een arbeidsbeperking helemaal niet hoeft te lonen, zoals een paar experts bij de vorige meeting ook ‘gewoon’ letterlijk zo zeiden? Ik weet het niet. Ik heb het in de groep ook letterlijk gevraagd aan de andere experts: “Als jij een lager inkomen zou krijgen als je gaat werken, zou je dan gaan werken?” Nee, natuurlijk niet, was het antwoord. Maar als dat het antwoord is, waarom verwachten we dan van mensen met een arbeidsbeperking wél dat ze gaan werken als ze er financieel niet op vooruitgaan? Of economisch beredeneerd: als men wil dat mensen in de WIA zich aanbieden op de arbeidsmarkt (en dat willen we toch in deze tijden van personeelstekorten?), dan moet werken lonen. Want als werken niet loont, dan bieden deze mensen zich niet aan op de arbeidsmarkt. Dat zou toch een gemiste kans zijn? M’n groepsgenoten snapten wat ik wilde meegeven. Hopelijk beklijft het ook. En hopelijk worden de aanpassingen om de WIA te verbeteren hier ook op gericht.
Met de input van deze dag gaat het ministerie weer een stap zetten in het verbeteren van de WIA. Verbeteringen op korte termijn en verbeteringen op lange termijn. Het aanpassen van de WIA als geheel zal mijns inziens helaas nog jaren gaan duren (en duurt ook al een tijd: het voornemen de WIA te verbeteren stond eind 2021 in het regeerakkoord van het toenmalige kabinet). Niet alleen omdat de WIA momenteel al heel ingewikkeld is, maar ook omdat het lastig zal zijn om consensus te bereiken wat we wel en niet aan de WIA gaan veranderen. Zeker in de politiek zal dit een enorme uitdaging worden, want wat politieke partij A een verbetering vindt, vindt politieke partij B juist een verslechtering. Dit is niet leuk om te lezen voor de mensen in de WIA die nu problemen ervaren, maar het is helaas wel de realiteit. In elk geval blijf ik de signalen van mensen in de WIA (en andere mensen met een arbeidsbeperking) onder de aandacht brengen, o.a. bij het ministerie, UWV en in onze nieuwsbrief. Ook om uit te blijven dragen dat mensen in de WIA vooral mensen zijn die – als ze kunnen – heel graag willen werken naar hun mogelijkheden, maar nu nog te veel belemmerd worden door de huidige wet- en regelgeving.
Heb je hierover vragen of wil je jouw ervaringen rondom wet- en regelgeving delen? Stuur dan een mail naar OmbudsSpits Nico Blok via ombudsspits@onbeperktaandeslag.nl . Als je dat fijner vindt, kan dit ook anoniem.