Allereerst een kleine rectificatie: in de vorige nieuwsbrief stond per ongeluk niet de juiste link bij het stuk over de OCTAS-expertmeeting over de WIA. De juiste link is https://onbeperktaandeslag.nl/nieuws-van-de-ombudsspits-weer-aanwezig-bij-expertmeeting-over-de-wia/ .
Elke derde woensdag in mei is het Verantwoordingsdag. Op die dag presenteert de Algemene Rekenkamer het verantwoordingsonderzoek. Hiermee controleert de Algemene Rekenkamer onafhankelijk wat de rijksoverheid heeft gedaan met het belastinggeld dat ze van de bevolking ontvangt. Dus: wat hebben alle ministers en staatssecretarissen met het geld gedaan, op welke manier en wat is het resultaat daarvan? Dit wordt beoordeeld door de Algemene Rekenkamer aan de hand van de jaarverslagen die de ministers schrijven. Per ministerie komt er dus elk jaar een verantwoordingsonderzoek, waarbij een aantal specifieke onderdelen worden uitgelicht in een deelonderzoek. Zo ook bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarbij een van de deelonderzoeken over de Banenafspraak ging. Hieronder een samenvatting van dit deelonderzoek van de Algemene Rekenkamer.
De aanleiding voor dit deelonderzoek is dat de resultaten van de Banenafspraak & het Quotum (het doelgroepregister) de laatste jaren achter blijven. Met name bij de overheid, waar al sinds 2016 de jaarlijkse aantallen te behalen banen niet gehaald worden. De private werkgevers doen het aanmerkelijk beter, maar ook zij hebben sinds 2023 niet hun jaarlijkse aantallen gehaald. In 2026 zouden er bij de private werkgevers en de overheidswerkgevers gezamenlijk 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking gerealiseerd moeten zijn. Eind 2024 waren dat er 90.000. In 2025 zouden er dus nog 35.000 extra banen bij moeten komen, wat – ook volgens de minister – niet realistisch is.
Uit eerder onderzoek zijn drie belangrijke knelpunten om de Banenafspraak te halen naar voren gekomen:
- Gebrek aan bereidheid bij werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen,
- Belemmeringen die werkgevers ervaren bij dienstverlening door UWV en gemeenten,
- Onvoldoende capaciteit bij UWV en gemeenten voor mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben om aan het werk te komen en te blijven. De financiering van de Banenafspraak is onderdeel van dit knelpunt. Daarom heeft de Algemene Rekenkamer onderzocht of de financiële middelen voor de uitvoering hiervan voldoende zijn onderbouwd.
Gebrek aan bereidheid bij werkgevers
Uit onderzoek blijkt dat er verschillende redenen zijn waarom de bereidheid bij werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen laag is. Zo willen veel werkgevers het liefst werknemers die zo weinig mogelijk aanpassingen en inspanningen nodig hebben. Daarom vallen mensen met een zware arbeidsbeperking voor werkgevers vaak af. Ook spelen vooroordelen een rol: werkgevers denken bijvoorbeeld al bij voorbaat dat het heel ingewikkeld is om passend werk te bieden aan werknemers met een arbeidsbeperking.
De minister heeft een aantal maatregelen genomen om deze bereidheid te vergroten. Zoals een campagne op werkgevers te inspireren, gericht op de intrinsieke motivatie van werkgevers. Deze campagne heeft weinig effect gehad. Mogelijk komt dat deels door de coronacrisis. Een andere maatregel van de minister is het wetsvoorstel voor o.a. een nieuwe quotumregeling, waarbij naast een boete er ook een bonus komt en waarbij het onderscheid tussen de private werkgevers en de overheid wegvalt en daardoor samenwerking beter mogelijk wordt. Dit wetsvoorstel is onlangs aangenomen door de Tweede Kamer, maar moet nu eerst nog naar de Eerste Kamer. Kortom: het is nog niet ingevoerd. Daarbij geeft de minister zelf ook aan dat er meer moet gebeuren om de doelstellingen te behalen. Voor de periode na 2026 werkt de minister momenteel aan een toekomstige Banenafspraak waarbij ook “heroverwogen” wordt wat het doel moet zijn, wie de doelgroep moet zijn en hoe werkgevers gestimuleerd kunnen worden.
Belemmeringen die werkgevers ervaren bij dienstverlening door UWV en gemeenten
Werkgevers kunnen door UWV en gemeenten ondersteund worden met diverse regelingen. Zoals de no-riskpolis, diverse subsidies en jobcoaching. Maar werkgevers vinden deze regelingen vaak ingewikkeld door o.a. de vele verschillen in voorwaarden per regeling en per doelgroep. Daarbij verschillen regelingen ook nog eens per gemeente, doordat gemeenten beleidsvrijheid hebben: ze mogen zelf weten hoe ze bepaalde wetten en regelingen uitvoeren.
De minister heeft een aantal voorstellen gedaan om wetten en regelingen eenvoudiger te maken. Zo is al ingevoerd dat de loonwaardemeting van de werknemer – die nodig is als een werkgever loonkostensubsidie wil aanvragen – nu nog maar op één manier kan gebeuren in plaats van zes of zeven. Om de dienstverlening voor werkgevers verder eenvoudiger te maken wil de minister één regionaal loket in elke arbeidsmarktregio, waar UWV, gemeenten, vakbonden, werkgeversorganisaties en onderwijspartijen samenwerken.
Niet altijd re-integratieondersteuning voor mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben
Onderzoeken laten zien dat een significant deel van de mensen met een arbeidsbeperking die vallen onder de Participatiewet (de bijstandswet sinds 2015) en/of de Banenafspraak niet voldoende ondersteuning krijgt van UWV of gemeenten. UWV en gemeenten geven aan dat ze onvoldoende personeel, geld en tijd hebben om iedereen de nodige ondersteuning te kunnen bieden. Uit onderzoek blijkt dat het hierbij vaak gaat om mensen met zwaardere beperkingen die daarom ook meer of intensievere ondersteuning nodig hebben.
De minister van SZW is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van geld aan UWV en gemeenten voor de begeleiding van de doelgroep banenafspraak. Omdat deze doelgroep uit verschillende deelgroepen bestaat, is er niet één uitgavenpost, maar zijn er meerdere. Daarnaast zijn er uitgaven voor de Banenafspraak vanuit de begroting van SZW waarvan de omvang niet inzichtelijk is: loondispensatie. En tenslotte leggen gemeenten over de algemene uitkering uit het gemeentefonds – waarmee gemeenten hun re-integratietaken moeten uitvoeren – geen verantwoording af aan de minister, maar alleen aan de gemeenteraad. Hierdoor is de omvang van de re-integratiemiddelen voor gemeenten niet bekend, heeft de minister van SZW geen zeggenschap over omvang en besteding, en kan hij ook geen relatie leggen tussen uitgaven en resultaten.
Het is dus niet bekend hoeveel gemeenten uitgeven aan re-integratie van mensen met een arbeidsbeperking. Maar het is de minister van SZW wel bekend dat de re-integratiemiddelen die bij de invoering van de Participatiewet in 2015 zijn toegevoegd aan de algemene uitkering in het gemeentefonds, onvoldoende zijn om alle mensen onder de Participatiewet passende ondersteuning naar werk te bieden. Dit komt ook doordat er van 2010 tot en met 2018 is bezuinigd op deze re-integratiemiddelen.
Op grond van deze uitkomsten over deze drie onderwerpen beoordeelt de Algemene Rekenkamer de resultaten van dit beleid als ‘matig’ op een vijfpuntsschaal: goed, toereikend, matig, zorgelijk of zeer zorgelijk. Zeg maar een 5 op een schaal van 10.
De minister van SZW laat de Banenafspraak in 2026 evalueren. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister aan om in deze evaluatie ook de belemmeringen te betrekken die gemeenten ondervinden bij de re-integratiediensten aan mensen met een intensieve ondersteuningsbehoefte. Ook omdat gemeenten niet profteren van alle maatschappelijke baten hiervan. Bovendien zijn er meer maatregelen nodig om de doelstelling te halen dan de minister tot nu toe genomen heeft.
Heb je hierover vragen of wil je jouw ervaringen rondom wet- en regelgeving delen? Stuur dan een mail naar OmbudsSpits Nico Blok via ombudsspits@onbeperktaandeslag.nl . Als je dat fijner vindt, kan dit ook anoniem.