In een vorig punt uit ons 10-puntenplan is verwoord dat er een concretere verplichting voor gemeenten moet komen om mensen in de Participatiewet beter te ondersteunen. Ook dit punt gaat over de Participatiewet, maar dan vooral het karakter daarvan.
Te streng
Al jaren is in media te lezen dat de Participatiewet – de nieuwe bijstandswet sinds 2015 – te streng is. De focus van deze wet ligt vooral op het tegengaan van misbruik en te weinig op hulp en ondersteuning, zo is te lezen in onder andere een publicatie van het SCP (bron). Dat terwijl een groot deel van de mensen in de Participatiewet hun beperking juist het meest noemen als belemmering om te kunnen werken. Ruim de helft (52%) ervaart lichamelijke beperkingen om aan het werk te komen of te blijven, en ruim één op de drie (36%) ervaart psychische gezondheidsbeperkingen. Meer dan de helft (58%) kan vanwege hun beperking geen werk vinden.
Nu gaat de Participatiewet vooral uit van wantrouwen en dwang. In een vorig blog over ons 10-puntenplan was al te lezen dat gemeenten mensen in de Participatiewet nog lang niet altijd passende ondersteuning naar werk toe bieden (bron). Maar er zijn ook signalen binnengekomen bij de OmbudsSpits dat mensen in de Participatiewet dwang en drang ervaren van hun gemeente. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld de bijstandsuitkering korten of stopzetten, of een boete geven, als iemand te weinig doet om werk te vinden. Ook kan de gemeente een tegenprestatie eisen van iemand met een bijstandsuitkering.
Ervaringen uit de praktijk
In een situatie beschrijft iemand die vanwege een ernstige psychische aandoening naar eigen zeggen niet kon werken, hoe hij door z’n gemeente gedwongen werd om toch vier uur per week te werken. Een door de gemeente ingeschakelde arts beoordeelde dat dit kon. Eerst kreeg deze persoon een aanbod om voor vier uur op bijstandsniveau en zonder reiskosten te werken. Toen hij dat niet accepteerde, moest hij vier uur verplicht op een werkplaats van de gemeente werken. Daar werkte men met verf, giftige stoffen en geluid van machines, zonder afzuiging, maskers en oordoppen. Uiteindelijk is het hem gelukt om heel ander werk te gaan doen als zzp’er, door hulp, geloof en een zetje in de rug van een andere ambtenaar van de gemeente.
In een ander signaal beschrijft iemand in de Participatiewet dat haar gemeente bijstandsgerechtigden die te weinig doen een strafkorting oplegt. Maar aan de andere kant is deze gemeente heel streng met het toekennen van bijvoorbeeld een jobcoach om te helpen bij het vinden van werk. Weer iemand anders in de Participatiewet liet weten dat zijn gemeente hem naar niet-passend werk probeert te duwen en geen rekening houdt met zijn arbeidsbeperking.
Iemand anders in de Participatiewet geeft aan dat zijn gemeente hem ontmoedigde om zzp’er te worden. Hij wilde zzp’er worden, omdat hij ‘slechts’ zestien uur per week kan werken en hij geen passende banen zag voor dit aantal uren. Hij zegt dat z’n gemeente hem slechts één jaar de tijd gaf om een zaak op te bouwen en dat was veel te kort. Hij wilde het risico ook niet lopen om het in één jaar te proberen, want als het niet zou lukken zou hij twee jaar uitkering moeten terugbetalen. Ook andere voorgestelde ideeën en oplossingen van hem werden onmogelijk gemaakt door de gemeente. Volgens hem omdat de gemeente erg bang is voor misbruik, waardoor iemand die dit overkomt, gevangen blijft in de bijstand.
Ook financieel streng
Ook op financieel vlak is de Participatiewet een strenge wet. Vermoedelijk kennen de meesten die dit blog lezen wel de ‘boodschappentas-affaire’ (bron). Inmiddels heeft minister Schouten aangekondigd dat ze de Participatiewet eenvoudiger en menselijker wil maken (bron ). Maar voorlopig is de Participatiewet dus nog streng qua karakter.
Een aantal mensen hebben het signaal doorgegeven dat het zo goed als onmogelijk is om met een medische urenbeperking uit de bijstand te komen. En dat betekent blijvende afhankelijkheid van de gemeente.
Een ander signaal dat meermaals genoemd is, is dat werk op basis van niet-duurzame arbeidscontracten (tijdelijk, nulurencontract, et cetera) leidt tot hele broze situaties. Een kort contract leidt ook tot een korte WW (als hier al sprake van is) en dus tot een grotere kans op een snelle terugkeer in de bijstand.
Eerder schreef ik al over een signaal van een werkzoekende met een psychische arbeidsbeperking. Haar jaarcontract werd niet verlengd en ze raakte werkloos, dus vroeg ze een WW-uitkering aan. UWV zei echter dat ze geen recht had op WW en verwees haar door naar haar gemeente voor een bijstandsuitkering. Die kreeg ze. Maar na verloop van tijd vond de gemeente dat ze toch een WW-uitkering had moeten krijgen van UWV. Dus vorderde haar gemeente de geheel betaalde bijstandsuitkering terug van haar. Gevolg: geen inkomen meer en ze kwam in de schulden.
Verbetering nodig
Er zijn dus verbeteringen nodig om werken vanuit de Participatiewet beter mogelijk te maken. De bijverdiengrens in de bijstand – het bedrag dat je met werk mag houden zonder gevolgen voor de uitkering – zou volgens ons verhoogd en verlengd moeten worden. Zeker voor mensen met een urenbeperking. In een manifest van belangenbehartigers wordt gesproken over minimaal 30%. Daar sluiten we ons bij aan.
Ook is het belangrijk dat in de Participatiewet uitgegaan wordt van vertrouwen. De aankondigingen van de minister dat de wet eenvoudiger en menselijker zal worden, zijn in elk geval een stap in de goede richting. Hopelijk komt het er ook echt van. De meeste mensen willen iets met hun talenten en vaardigheden doen in werk. Of als dat niet gaat vrijwilligerswerk. Dit geldt zowel voor uitkeringsgerechtigden als voor niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers). Mensen zouden hierbij vertrouwd en geholpen moeten worden door hun gemeente en niet gewantrouwd en belemmerd moeten worden. De tegenprestatie zou wat ons betreft daarom ook afgeschaft moeten worden, ook omdat dit in de praktijk regelmatig leidt tot verdringing van betaald werk.